Zijn er risico’s en moet de werkgever gepaste maatregelen nemen om die risico’s s te vermijden dan is het uitgangspunt dat de zwangere werkneemster zoveel mogelijk haar eigen werk kan blijven doen, in haar eigen functie en op haar eigen werkplek.
Dat betekent dat als risico’s kunnen worden weggenomen binnen de eigen functie en/of binnen de eigen werkplek, dan dient de werkgever daarvoor -mits redelijk – te zorgen.
Samen nadenken over oplossingen
Over de maatregelen die genomen moeten worden moeten de werkgever en de werkneemster het samen eens worden. Van hen wordt verwacht dat zij in onderling overleg afspraken maken over aanpassing van de functie of werkplek. De Arboarts kan hierbij behulpzaam zijn. Wat van een goed werkgever en van een goed werkneemster verwacht mag worden hangt in zeer grote mate af van de concrete omstandigheden van het geval.
De werkgever moet eventuele risico’s binnen de eigen functie of werkplek van de zwangere werkneemster wegnemen, waardoor de zwangere werkneemster haar werkzaamheden veilig kan uitoefenen. Lukt dat niet, dan moet de werkgever het werk aanpassen, lukt dat ook niet, dan moet de werkgever de zwangere werkneemster tijdelijk ander werk aanbieden. Als het niet mogelijk is de werkneemster veilig werk te bieden binnen de onderneming, dan is zij arbeidsongeschikt voor haar eigen werk en hoeft zij niet te werken. De werkneemster meldt zich in dat geval dus ziek.
Cursus preventiemedewerker
Meer weten over Arbo en preventie? Schrijf u nu in voor de praktische preventiemedewerker cursus van V-Kam Education!
RI&E en zwangerschap
Een werkgever moet zorgen voor de veiligheid en de gezondheid van al zijn werknemers, kortom voor goede arbeidsomstandigheden. Het opstellen van een Risicoinventarisatie en Evaluatie (kortweg RI&E) hoort daarbij. In de RI&E moet de werkgever in het bijzonder aandacht geven aan speciale categorieën van werknemers, zoals bijvoorbeeld zwangere vrouwen. In de RI&E legt de werkgever vast welke risico’s de arbeid voor zwangere werkneemsters met zich meebrengt.
Specifieke risico’s kunnen zijn:
- gevaarlijke stoffen/straling
- virussen/bacteriën/schimmels/gisten
- nachtwerk
- vermoeidheid
- zwaar tillen
- RSI/CANS
De werkgever zal de RI&E moeten checken om te zien of daarin specifieke risico’s worden genoemd voor zwangere medewerkers in zijn bedrijf. Als binnen de onderneming geen RI&E beschikbaar is, overleg dan met de Arboarts over eventuele risico’s . U kunt daarbij gebruik maken van de checklist risicoinventarisatie zwangere werkneemsters.
De werkgever dient de werkneemster binnen twee weken na de melding van haar zwangerschap te informeren over de mogelijke risico’s die zij en haar ongeboren kind zouden kunnen lopen. Voor een soepel verloop van het dienstverband tijdens de zwangerschap is het raadzaam om zorgvuldig met de werkneemster te overleggen. Daarbij moet ook tijd en aandacht worden besteed aan mogelijke zorgen van de werkneemster zelf. Overleg met de Arboarts is in dit stadium ook zeer aan te raden.
Zijn er risico’s?
Een werkgever is verplicht om risico’s voor zwangere vrouwen en het ongeboren kind in kaart te brengen. De risico’s die mogelijk aan de orde kunnen zijn en de risicovermijdende oplossingen die zouden kunnen worden ingezet zijn:
Gevaarlijke stoffen en straling
Werken met gevaarlijke stoffen (zoals bijvoorbeeld lijm, verf, lak, bestrijdingsmiddelen, lood, oplosmiddelen, hormonen, farmaceutische middelen, chemische middelen) of met straling (zoals bijvoorbeeld röntgenstraling, radioactieve straling of radiologische straling) kan gevaarlijk zijn voor het ongeboren kind en moet vermeden worden.
Het vermijden van contact met gevaarlijke stoffen kan bijvoorbeeld door:
- extra beschermingsmaatregelen als mondkapjes en handschoenen of door het dragen van (extra) stralingwerende bescherming;
- de werkzaamheden die aanraking met gevaarlijke stoffen noodzakelijk maken worden aan collega’s overgelaten;
- verplaatsing van het bureau van de werkneemster naar een ruimte waar zij minder aan gevaarlijke stoffen of straling wordt blootgesteld.
Virussen, bacteriën, schimmels en gisten
Contact met virussen, bacteriën, schimmels en/of gisten kan schadelijk zijn voor zwangere vrouwen. Werken met dieren (bijvoorbeeld katten), opruim- of schoonmaakwerkzaamheden (bijvoorbeeld in een verzorgingstehuis), werken met zieke mensen (bijvoorbeeld in een ziekenhuis) of in een onhygiënische omgeving (bijvoorbeeld bij een vuilverwerkingsbedrijf), kan specifieke risico’s voor zwangere medewerkers met zich meebrengen.
Vermijden van contact met virussen, bacteriën, schimmels en/of gisten kan bijvoorbeeld door
- extra beschermingsmaatregelen als mondkapjes en handschoenen;
- de werkzaamheden die aanraking met virussen, bacteriën, schimmels en/of gisten aan collega’s overlaten, bijvoorbeeld het legen van de kattenbakken;
- verplaatsing van het bureau/de werkplek van de werkneemster naar een ruimte waar zij niet/minder met virussen, bacteriën, schimmels en/of gisten in aanraking komt.
Nachtwerk
Werken in de nacht kan voor een zwangere werkneemster extra zwaar zijn. Als blijkt dat zij door het nachtwerk gezondheidsproblemen heeft, dan dient de werkgever er voor te zorgen dat ze geen nachtdiensten meer hoeft te draaien (artikel 4:9 Arbeidstijdenwet).
Vermoeidheid
Zwanger zijn kan vermoeidheidsklachten met zich meebrengen. Voor zwangere vrouwen gelden daarom afwijkende arbeidstijdenregels:
- zwangere vrouwen kunnen aanspraak maken op extra (doorbetaalde) pauzes (tot maximaal 1 uur bij een 8-urige werkdag);
- zwangere vrouwen zijn niet verplicht nachtdiensten te draaien. Als ploegendienst te zwaar is, dan hoeft zij daaraan geen deel te nemen;
- zwangere vrouwen hoeven niet meer dan 10 uur per dag, gemiddeld 50 uur per week en gemiddeld 45 uur per 16 weken te werken;
- noodzakelijke zwangerschapsonderzoeken mogen met behoud van loon tijdens werktijd plaatsvinden.
Als de zwangere werkneemster verzoekt om toepassing van een van deze regels, dan moet de werkgever daar in principe mee instemmen.
Zwanger en zwaar tillen tijdens je werk
Zwaar tillen kan (extra) belastend zijn voor zwangere medewerksters, bovendien kan zwaar tillen fysieke ongemakken tot gevolg hebben of verergeren, zoals bekkeninstabiliteit en rugproblemen.
Voor zwangere werkneemsters gelden in principe de volgende regels:
- zwangere vrouwen hoeven niet meer dan 10 kilo te tillen vanaf de 20ste week van de zwangerschap niet meer dan 5 kilo maximaal 10 maal per dag en vanaf de 30ste week niet meer dan 5 kilo maximaal 10 maal per dag.
- tijdens de zwangerschap moet bukken, hurken en knielen zoveel mogelijk worden vermeden.
- tijdens de laatste drie maanden van de zwangerschap hoeft de zwangere werkneemster per dag niet vaker dan eenmaal per uur te bukken, hurken, knielen en staande voetpedalen bedienen.
Als een werkneemster staand werk verricht, dan moet zij in de gelegenheid zijn even te zitten als zij daar behoefte aan heeft.
Door zwangerschap houden vrouwen meer vocht vast. Als een lichaam extra vocht vasthoudt dan kunnen (eerder) RSI/CANS-achtige klachten ontstaan zoals klachten in de vingers, handen, armen, schouders en nek.
RSI/CANS vermijden
Vermijden van RSI/CANS kan bijvoorbeeld door:
- een beeldtachograaf in te schakelen (een digitale coach die helpt herinneren af en toe pauze te nemen en RSI-voorkomende oefeningen te doen);
- de zwangere werkneemster meer afwisseling in haar werkzaamheden te bieden;
- de repeterende werkzaamheden meer aan collega’s overlaten, bijvoorbeeld het bedienen van de kassa;
- de werkneemster kan gebruik maken van haar recht meer pauzes te nemen.
Diverse risico’s
Andere risico’s kunnen bijvoorbeeld zijn:
- werken onder extreme kou of hitte;
- werken in vochtige ruimten;
- werkdruk en stress
Geen risico’s?
Komen uit de risico-inventarisatie geen risico’s naar voren die beperkt moeten worden en de werkneemster heeft zelf ook geen zorgen over risico’s geuit, dan is het maken van nadere afspraken niet nodig. Wel zal de zwangere werkneemster moeten worden gemonitord. Zodra zich wijzigingen in de werksituatie voordoen, zal opnieuw moeten worden gekeken naar de risico’s.
Bron: XpertHR.nl